De ijstijd
Het veen tussen de ruggen
Na de ijstijd deed het smeltende landijs het grondwaterpeil stijgen. Door de beschikbaarheid van voldoende vocht en het verbeterende klimaat ontwikkelde zich weldra een weelderig plantendek. Op de slecht ontwaterde plaatsen begon veenvorming ( = ophoping van plantenresten onder water) op gang te komen. Vanwege het steeds vochtiger wordende klimaat begon zich zelfs hoogveen ( = veen dat zich uitsluitend voedt met regenwater) te ontwikkelen. Het steeds dikker wordende hoogveenpakket kroop a.h.w. tegen de uitlopers van het Drentse Plateau, het omgekeerde soepbord, omhoog. Hierdoor was Drenthe tot in de 19e eeuw grotendeels omsloten door omvangrijke veengebieden.
Op het plateau kon door de hoge grondwaterstand eveneens veenvorming op gang komen in bijvoorbeeld slecht ontwaterde laagten. Dit was ook het geval ten oosten van De Kiel en Schoonoord. Hier werd een enorme depressie, gevormd door de Hondsrug in het oosten, de Rolderrug (de Rug van Sleen) in het westen en dekzandgordels in het noorden en zuiden, opgevuld met een dik pakket veen: de Odoornervenen.
De Rolderrug (of Rug van Sleen)(3) loopt evenwijdig aan de Hondsrug(1), maar is minder hoog en minder scherp begrensd. Het ontstaan van de rug is nog niet eenduidig verklaard, maar hangt waarschijnlijk nauw samen met die van de Hondsrug. Bij het smelten bleven de stenen achter en vormden zich vier parallelle ruggen: De Zijerrug(4), de Rolderrug, de rug van Tynaarlo(2) en de Hondsrug. Op de Rolderrug bevinden zich op een rijtje van noordwest naar zuidoost o.a. de plaatsen Rolde, Grolloo, Schoonloo, De Kiel, Schoonoord, Noord-Sleen en Sleen.
Frappant is dat ook de Hondsrug verbindingen heeft langs plaatsen: Emmen (o), Exloo (o), Odoorn (w), Borger (w), Gasselte (o), Gieten (o), Zuidlaren (o), Haren (w) en Groningen. (o=oost en w=west van de Hondsrug) Deze rug ligt tussen de Hunze en de Drentse A. De Hunze loopt vanaf Emmen langs de Hondsrug, vis het Zuidlaardermeer naar Groningen.
De Drentse A begint halverwege, vanuit meerdere richtingen en loopt dan parallerl vis het Paterswoldermeer naar Groningen.
De Hondsrug is de A1 van de prehistorie (vgls. Harrie Wolters van het Hunebedcentrum te Borger) : heel lang de enige begaanbare route in de wijde omtrek. Het heeft de ligging bepaald vanm Gronigen en Coevorden en alles daartussen. Getuige de vele hunebedden, karrensporen, oeroude kerkdorpen en talloze schilderijen van het gebied. Verder de postkoetsroutes en de marsroutes van Lodewijk Napoleon en Bommen Berend.