Keienweg
De Rolderstraat oversteken
Enkele boswegen in de boswachterij Sleenerzand zijn voor de WO II in het kader van de werkverschaffing, de DUW(Dienst Uitvoering Werken), verhard m.b.v. zwerfstenen. De duizenden kleine keien zijn afkomstig uit het keileem. In de gebieden waar het keileem nabij de oppervlakte ligt, zoals hier op het Ellertsveld, werden grote hoeveelheden stenen verzameld bij de ontginning van heideveld tot bouwgrond. Vanwege de vorm ( de stenen zijn door de schurende werking van het schuivende landijs veelal afgerond) en vanwege de grootte, werden zwerfstenen met een diameter van ± 15 cm vaak ‘kinderkopjes’ genoemd. Ze werden veel gebruikt voor erf- en wegverharding. Reeds vóór de ontginning van het Ellertsveld vormden de zwerfkeien voor de inwoners van Schoonoord en De Kiel een bron van inkomsten. Toen in 1880 de Odoornervenen waren afgegraven, raakten de meeste veenarbeiders hun baan kwijt. Sommigen gingen over tot het vervaardigen van bezems van rijshout, grassen en heidetakken. Velen echter vonden een nieuwe bron van inkomsten in het keienrapen en keienkloppen. Ze ‘maakten brood uit stenen’ door zoveel mogelijk zwerfstenen te verzamelen die in de omgeving voor het oprapen lagen of moesten worden uitgespit. De keien werden rond de eeuwwisseling (±1900) met scheepsladingen tegelijk via het Oranjekanaal en de Drentse Hoofdvaart naar de toenmalige Zuiderzee getransporteerd, om daar de zeedijken ermee te versterken. Rijenlang en metershoog lagen destijds stenen langs het Oranjekanaal te wachten om te worden verscheept.
De verharde weg van kinderkopjes, waarop we ons nu bevinden, is vergelijkbaar met onze huidige klinkerwegen en is in de jaren 1930 in werkverschaffingverband aangelegd. Er liggen zéér bijzondere stenen tussen, waarvan de oorsprong bekend is. Zoals deze zeer fraaie Vestervik kwartsiet.